Vlak
voor kerst zong ik voor de laatste keer liedjes van Cole
Porter, in een korte concertserie samen met Joke Bruijs, Pia
Douwes en Cor Bakker, begeleid door het American Songbook orkest o.l.v.
Jos Beeren.
Enig om te doen, heerlijk repertoire maar ik was aan het
eind totaal uitgepleurd! Geen tijd gehad om de kerst goed voor te bereiden,
dus dat gebeurde, gauw-gauw, nog twee dagen van tevoren. Desondanks
was het erg gezellig. Kaarsen en lampjes aan, wat vrienden en vriendinnen
op bezoek, hapje eten, beetje ontspannen, bijpraten, paar keer naar
de bioscoop, oud en nieuw vieren, de feestversiering weer afbreken en
het normale leven is alweer in gang. Althans "het normale leven" is
voor buitenstaanders nog vaak iets waarbij ze zich maar moeilijk een
beeld kunnen vormen. Dat je je boterham verdient met muziek maken en
optreden, is nog wel te volgen; maar dat je daar meestal een royale
dagtaak aan hebt is kennelijk minder goed voor te stellen. Ik heb wel
eens uitgerekend dat, als je uitgaat van 120 voorstellingen per jaar,
met alles erop en eraan (schrijven, componeren, arrangeren, repeteren,
bespreken, voorbereiden en reizen) gemiddeld zo'n 3000 werkuren per
jaar nodig zijn. Nog afgezien van interviews, radio en Tv-optredens
en het maken van Cd's. Van die 3000 werkuren is natuurlijk maar een
deel zichtbaar en dat zijn die uren dat je op het podium staat, op TV
bent te zien of iets anders in het openbaar doet. Toch denk ik dat de
oude grap: "Oh, bent u artiest? En wat doet u dan overdag?" nog steeds
een kern van waarheid bevat. Niet dat ik daar nou zo erg van wakker
lig, want ik vind dat ik een prachtig beroep heb, maar het is soms wel
lastig als ik merk dat mensen je wat verbaasd aankijken als je zegt
dat je op je wenkbrauwen loopt van vermoeidheid. Aan de andere kant
is het voor een deel natuurlijk mijn eigen schuld. Ik zal het namelijk
nooit leren. Als ik, na de vakantie, aan een nieuw seizoen begin, voel
ik me uitgerust, vol nieuwe plannen en ideeën en als er dan iemand naar
me toe stapt met een leuk voorstel of vraagt om iets voor hem of haar
te doen wat me wel interessant lijkt, dan zeg ik vaak in mijn overmoed
"JA!", terwijl ik nu toch eens zou moeten weten dat er aan mijn energie
natuurlijk ook een eind komt, zoals voor de kerst. Intussen beginnen
de repetities voor "Peter en de Wolf" op 15 januari en ook daar verheug
ik me op want dat zou wel eens iets heel bijzonders kunnen worden; een
combinatie van zang, dans en de prachtige muziek van Prokofiev aangevuld
met speciaal daarvoor gemaakte composities. Een hele maand repeteren
en - voorlopig - maar vier voorstellingen. In Carré, op 23, 24 en 25
februari, om 19.00 uur en op de 25ste nog een matinee om 14.00 uur.
Overigens ligt het in de bedoeling om op 5 februari een ontmoeting te
hebben met de Tweede-Kamercommissie. "Varkens in Nood" gaat daar hun
standpunt uiteenzetten, in de hoop dat de regering uiteindelijk iets
zal gaan doen aan de wantoestanden in de varkenskampen.
Bovendien ligt het CD-tje van kleine Ko "Ik
ben een vrolijk biggetje", nu echt in elke Free Record Shop,
want tijdens de feestdagen liep dat hier en daar mis.
De opbrengst is voor V.I.N. en het is een leuk plaatje, al zeg ik het
zelf. Koop het nou maar. Dank voor alle goede wensen voor het nieuwe
jaar en van harte van hetzelfde!
Robert Long. ©
volgende column
|