Wim Sonneveld, Corrie van Gorp en Willem Nijholt

 


Opnieuw moest de derde show van Sonneveld anders worden dan de twee voorgaande. Ditmaal bedacht hij een programma met twee jonge collega's, waarvan de één vooral bekend was van muzikale kinderseries en de ander als danseres met een komisch talent opviel in "De Kleine Parade". Eerder had hij Willeke Alberti benaderd. Deze dacht erover na, maar kreeg ook het aanbod om de hoofdrol in de Kleine Waarheid te spelen. Ze koos voor het laatste en had het idee dat Wim haar dat nooit helemaal vergaf.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De show ging op 2 februari 1971 in premiere, uiteraard in het Nieuwe de la Mar theater. De meeste kritieken waren gematigd tot zeer positief. Uitgesproken negatief van Ischa Meijer in de Haagse Post, die Sonneveld verweet dat hij zijn latente minachting voor het grote publiek nu liet omslaan 'in een eenzijdige walging die zeker wel lachwekkend is, maar tegenover dat grotere en 'dommere' publiek hoogst unfair is'.

Sonneveld (53) stelde zichzelf daarbij de opdracht minstens zo energiek tevoorschijn te komen als Nijholt (37) en Corry van Gorp (28). Het gevolg was dat hij per avond drie keer een schoon overhemd moest aantrekken en vier keer schoon ondergoed. De maag- en andere klachten namen nog in omvang toe.
"Ik heb nooit anders meegemaakt dan dat overal de dichtsbijzijnde apotheek moest worden bezocht om pilletjes te halen," zegt Ruud Bos, die de muzikale leiding had.

Friso Wiegersma: Dat jolige, uitgelaten hatsekidee, dat allemaal te maken heeft met de flauwekul en de lol van het theater, het féést dat het is, het leuk vinden om op het toneel te staan. Vooral met Willem Nijholt heeft hij op dat toneel staan gieren, op een manier dat de leukigheid echt overstraalde naar de zaal. Als het goed gebeurt, werkt zoiets aanstekelijk. Je hoort het nog wel op oude platen, als je luistert naar het gelach in de zaal, dat je denkt: wat hebben die mensen het enig gehad met z'n allen'.

Ruud Bos: Er was een nummer (Dreutels Symfonisch Orkest) waarin hij met een toeter de zaal in ging en dat ding dan aan iemand gaf. Op een bepaalde tel moest die persoon op de toeter drukken. Wim vond het vreselijk, want op zo'n moment was de afstand tussen hem en de zaal weg. Op een avond zei hij opeens: Ik doe het niet meer. Het nummer kwam te vervallen. Een paar avonden later kondigde hij aan dat hij het toch weer ging doen. Op het ene moment kon hij zo'n nummer gierend van de lach doen, op het andere moment stierf hij van de gêne.'

Het repertoire was weer afkomstig uit de bekende kring. Plas was zelfs gevraagd voor een reprise van Frater Venantius. Van zijn hand kwam ook één van de beste nummers uit de show: de monoloog van de opperstalmeester. die op Koninginnedag op het bordes de geschenken van het volk achter de rododendrons diende te sodemieteren. Aan een Kronkel van Simon Carmiggelt was de oude man ontleend die een cadeautje voor zijn Anna zat te maken.

 
Programma
Dit wordt een avond
Oh oh oh
Daar ben je mooi klaar mee - Nijholt
Wees een clown
Conference over Pijnacker
Good evening folks - Gorp en Nijholt
Waar heb ik u meer gezien
Niet goed bij d'r verstand - Nijholt
Vliegen - conference door Wim
Sterreclame - conference door Wim
Telefoneren
Op losse schroeven - Wim
Latijns Amerika - Gorp en Nijholt
Spreekstalmeester
Een mens wil d'r wel es gelukkig zijn

Pauze

Waar heb ik u meer gezien?
Ballade van het leven en de dood
Dames die niet willen deugen - Gorp
Een simpel liedje - Nijholt
Ook op zondag - Gorp
Lieveling
Carolien
Dat wij verschillen van elkaar
De gulle lach
Moeder, ik wil bij de revue (Sonneveld)
De dagsluiter
Doe het doek maar dicht

Hier kunt u de teksten vinden.

Terug naar Wim Sonneveld en Friso Wiegersma