De ballade van het leven en de dood (Van de Merwe,1971)



 

Hij zou es gauw een kitje kolen scheppen
en daalde in de kelder van zijn huis
Hij dacht: wat ruikt dat gek
zit hier of daar een lek?
'k Moet toch es even zoeken langs de buis...
En dat is dan het rare van het leven en de dood
De afstand is niet groot, soms is de overgang
één lucifertje lang. Lala lala lala

Zij was vierhoog de ramen aan het lappen
ze had zo'n hekel aan een vuile ruit
Daar stond ze, jong en slank
los is de vensterbank
en spaarde zo een glazenwasser uit.
En dat is dan het rare van het leven en de dood
't Verschil is niet zo groot, want soms is het precies
een kwestie van één nies Lala lala lala

Het kind had dorst. Maar moe was naar de slager
dus keek het kind in hett keukenkastje rond
waar naast een staartje wijn
en zoutzuur en azijn
ook bleekwater en limonade stond.
En dat is dan het rare van het leven en de dood
het scheelt ternauwernood, 't Verschil is meestal slechts
Eén greep meer links of rechts lala lala lala

Haar vriend kleedde zich aan en stapte huiswaarts
Zij stapte vrij vermoeid weer in het bed
verzadigd van de seks
nam zij voor de relax
nog eventjes een laatste sigaret
En dat is dan het rare van het leven en de dood
die kloof is niet zo groot, soms is die hele breuk
niets breder dan één peuk Lala lala lala

Hij miste op een haar zijn Lemmer nachtboot
en zij haar laatste trein naar Enschede
Ze keken naar elkaar
toen namen ze ook maar,ja ja
uit zuinigheid een kamer met z'n twee
en dat is dan het leuke van het leven ja of nee
wanneer dat vrouwtje mee gegaan was met die trein
of het horloge van die man had voorgelopen en niet na
stond ik niet hier want zou ik nooit geboren zijn.

Homepage Wim Sonneveld

Meer teksten Wim Sonneveld