Frater Venantius (2) door Wim Sonneveld (Michel van der Plas)


 

Ik kom even langs om mijn fans gerust te stellen. D'r zijn zoveel brieven gekomen met: "Frater, waar bent u? We horen niks meer van u. Is er soms iets voorgevallen?"
Nou, d'r is inderdaad iets voorgevallen, maar het is allemaal weer in orde, Deo Valente! (Da's de broer van Catharina Valente). Ja, ik had namelijk een inzinking twee jaar terug. Ik was mijn identiteit kwijt, m'n roeping zogezegd.
M'n zicht op 't ambt. Ik heb het eerlijk doorgenomen met Frater Superieur. Ik heb gezegd: "Frater Superieur, d'r is iets met m'n celibaat: 'k Weet niet wat maar de boord knelt." Hij zei: "Jongen, Vernantius, rustig blijven. Wil je thee?" Ik zei: "Nou graag. Een glaasje jonge thee, graag."
Enfin, ik ben erg rustig gebleven. Maar ik heb m'n toog uitgetrokken en aan de wilgen gehangen, met de gitaar d'r naast, en ik ben het leven ingegaan.
Het was een moment van zwakte. Ik had kennis gekregen, verkering zogezegd verkering ja... hoe moet ik het zeggen, met een dame. Met een dame uit het dorpje Heer in Zuid-Limburg. Het was dus een dame uit Heer. En ja, hoe gaat het, je bent dan wel celibatair en je mag wel in de etalages kijken, zal 'k maar zeggen, maar je wilt toch ook weleens naar binnen.
Nou, 't was geen succes, de ommegang. 't Was wel medemenselijk, maar geen dijenkletser. 't Was wel hosanna, maar niet in den hoge. Ja, dat mens werd zo bazig zeg. Ik mocht niks meer; ik mocht niet met m'n voeten op tafel zitten ik mocht geen borreltje meer drinken, geen sigaartje meer roken. Ik mocht verdulleme niet eens meer een wind laten! Nou, en dan staat er wel in de Heilige Schrift: Het is beter om te trouwen dan te branden, maar ik heb liever een goeie fik hier, dan een kouwe douche daar. Nou stel je voor zeg! Maar afijn, toen heb ik gezegd: "Luister eens even, Gemma (ze heette Gemma), ik heb toch weer zo'n verschrikkelijke roeping!" En ik ben teruggegaan naar het klooster.
Ik deed de deur open bij Frater Superieur: niemand. Ik ga door, de trappen op en denk: "Verrek, waar zijn ze?"
Ik doe de deur open van de Refter; daar zie ik een hele confrater: Plechelmus.
Die zegt: "Zo, Venantius, fijn dat je er weer bent. Ze zijn allemaal weg. Ze zijn allemaal op zoek naar hun identiteit." Ik zeg: "Nou, ze komen allemaal weer terug hoor!" Hij zegt: "Zo, ga maar gauw naar de missieprocuur, want d'r zijn nog tweehonderd postzegels om afgeweekt te worden."
Nou, ik weet wat strijden is hoor. Ik zou wel van de kansel willen schreeuwen ik zou wel willen roepen: "Doe het toch niet!" tegen al die confraters die op zoek zijn naar hun identiteit. "Doe het toch niet!" 't Is net als onze novecemeester vroeger al zei: "Het begint met een moord en het eindigt met zondags niet meer naar de kerk gaan."
Weten jullie tussen haakjes het verschil tussen een missionaris in Nieuw-Guinea en een pastoor in Nederland? De missionaris in Nieuw-Guinea maakt de wilden katholiek en de pastoor in Nederland de katholieken wild. Da's een goeie, he.
Die heb ik van Plechelmus, vanmorgen op de cour. Nou, ze zijn bij ons de teugels kwijt, zeg. Ze willen allemaal trouwen bij ons he. Wie wil er tegenwoordig nog trouwen? He? Ja, de priesters en de homofielen.
Da's alles.
Nou, ik heb toch wel eerbied voor het hoogwaardig episcopaat hoor. Wat die uitgestaan hebben zeg, met de nieuwe catechismus. De eerste vraag: "Waartoe zijn wij op aarde?" Dat moest altijd beantwoord worden met: "Wij zijn op aarde om nu en in het hiernamaals gelukkig te worden." En nou heeft een of and're goocheme Jezuiet ervan gemaakt: "Wij zijn op aarde om nu en dan gelukkig te worden." Nou, zo lust je er nog wel een. Ik hoorde vanmorgen Plechelmus nog uitroepen: "Waartoe zijn we nou weer op aarde?"
Zeg, kan ik er nog een vertellen? Dat doet zo deugd he? Luister. Sint Josef staat in zijn timmermanswerkplaats. Hij slaat zich ongenadig op z'n eigen duim. De deur gaat open en hij hoort zeggen: "Heb u geroepen vader?"

 

Naar Wim Sonneveld

Meer teksten Wim Sonneveld