FRISO WIEGERSMA - biografie 2


Decorontwerper
Wim Sonneveld was een man die zijn vrienden graag bij zijn werk betrok. Hoe groter de familie hoe beter. Toen Friso op een dag zeer onder de indruk was van de decors van een opera, stelde Wim voor dat hij dit ook eens zelf zou proberen. Friso stortte zich met het enthousiasme van de beginner op de klus en klaarde deze, edoch wel op een alternatieve wijze. Maar zijn manier van - cabaretistische - aanpak werd een succes. Ook maakte hij vanaf dat moment de affiches en het programmaboekje voor de shows van Wim.

kostuumontwerp voor een ijsje

Via Mary Dresselhuys, een goede vriendin van Wim, kwam Friso in contact met Jan Teulings van de Nieuwe Comedie. Deze had nog geen decorontwerper en Friso kreeg de kans. Ook dit was zo'n succes dat hij het de komende jaren heel druk had met allerlei ontwerpen.
Zo druk zelfs dat hij zijn studie kunstgeschiedenis eraan gaf. Zijn ouders zeiden prompt de studietoelage op, maar dat was geen enkel probleem. Hun zoon kon allang zichzelf bedruipen.
Minder geslaagd vond Friso het dat hij nauwelijks de kans meer had om te schilderen, iets wat hij toch het liefste deed en het meest serieus beoefende.

 

Op de trap: Wim Sonneveld, Friso, Hubert Janssen en (met zonnebril) Albert Mol op weg naar Amerika

Pas toen Wim in 1956 naar Amerika ging om daar in vier televisieprodukties te spelen (en een jaar later in de film Silk Stockings) had Friso weer tijd voor zijn schilderwerk.
Weer thuis in Nederland zag Benno Premsela het werk en uitte lovende woorden. Maar opnieuw kwam het schilderen in het nauw.

Eerste soloprogramma van Sonneveld
In zijn jeugd had Friso al veel spotdichten geschreven, ook voor Sinterklaas kon hij zich goed uitleven. Als Wim bezig was teksten te schrijven (of vaker: die van anderen bij te schaven) hielp Friso hem wel eens met een woord, maar verder ging dat niet. Tot Wim hem vroeg om een lied van Peggy Lee te vertalen. En daarna of hij een smartlap wilde schrijven in het genre van Zwarte Leentje dat van de KRO niet op de buis mocht.
Vervolgens was de creatieve kraan opengezet. Nikkelen Nelis, De Lodewijkentijd, De zomer van 1910 en Gerrit kwamen allemaal in de eerste one man show van Wim terecht. Twee stuks belandden zelfs op de plaat die van de show verscheen.

 

Tweede theatershow Sonneveld
In 1966 kwam Wim met zijn tweede show: Wim Sonneveld en Ina van Faassen. Nadat zij benaderd en aangenomen was, kon Friso gaan schrijven.
Moeder was een lied over een ongezonde moederbinding, waarbij de ik zelfs vrouwenkleding aan kreeg van zijn moeder. Achteraf is het enigszins verwonderlijk dat Wim, die toch behoorlijk bang was om als homoseksueel te boek te komen te staan, dat lied wilde zingen. Aan de andere kant hield hij Friso wel tegen toen deze in het lied de ik wilde laten zoenen door een man. Dat ging hem duidelijk te ver, vandaar dat het een weduwe werd.
Over Josefien hoeft weinig meer verteld te worden, behalve dan het feit dat Friso hier grotendeels ook de muziek voor schreef.
De Burgemeester Beekmanlaan had dezelfde nostalgische lading als Het dorp en kwam daardoor nooit in de show terecht. Dit lied gaat overigens ook over Deurne, al was daar enkel een Burgemeester Van Beek.
Deze vrouw is een wat klassiek liefdesliedje, waarbij Friso werd geïnspireerd door een nummer van Fred Astaire, waarin hij ook een opsomming heeft á la - the way you sip your tea -.
Het dorp behoeft ook geen commentaar, het gaat over Deurne dat zijn dorpse karakter verliest.
Zo hoort het ook wordt op menig cd aan Annie M. G. Schmidt toegeschreven, maar is van Friso. Het ironische refrein waarbij gezegd wordt dat verliefdheid bij jonge mensen hoort is vaak niet begrepen. Het was juist niet zijn mening.
En anders zou hij alsnog later van mening veranderd zijn, want op zijn vijftigste begon hij zijn tweede langdurige relatie met de 25-jaar jongere Hans van der Woude.

Omdat Friso graag schreef met een persoon in zijn hoofd, zodat hij door die persoon geïnspireerd kon raken, was de rolbezetting al in een vroeg stadium rond. Dat was nog knap lastig, want in Nederland waren de musicaltalenten dun gezaaid, terwijl jaren later bij de musical 64th street het toneel vol stond met goede jonge mensen.
Friso: "Dat was toen niet. Je zocht de mensen bij elkaar, de een kon goed tappen, een ander zingen."
Leen Jongewaard en Margriet de Groot werden de sterren van de voorstelling. Margriet moest de freule spelen, Friso kende haar uit My Fair Lady, net als Georgette Rejewsky, die nu haar moeder speelde. Leen Jongewaard speelde een dubbelrol als de oude Hein, zilverman, en de jongere zakenman Tom Ankerblom Met de rolverdeling rond kon Friso zich met de liedjes bezig houden, en ook de muziek, geïnspireerd op een lading platen uit de dertiger jaren, had hij grotendeels klaar. Hij schreef nu eenmaal het prettigst als hij de teksten aan een melodie kon ophangen.
Blijkbaar wist zelfs Ruud Bos, die benaderd werd voor de arrangementen, niet dat de muziek voornamelijk van Friso kwam.
Ruud Bos: "Wim had strak omlijnde ideeën over de melodietjes. Op de band had hij ze gezongen, geneuried of gefloten, met een kop en een staart en een genre-aanduiding. Ik werkte dat uit en sta bij de BUMA dus als arrangeur te boek. Ik heb er geen enkele moeite mee Wim als de componist van die liedjes te beschouwen, de ideeën waren van hem."
Friso was geen type om hierover te vallen en stelde nuchter vast dat alle verdiensten uiteindelijk toch in een pot terecht kwam.

De kleine Parade
Vervolgens werkte Friso aan De kleine parade, een musical over de dertiger jaren, geïnspireerd door het gelijknamige boek van Henriette van Eyk.
Friso maakte van de losse verhalen een doorlopend verhaal, schreef de teksten, deed de decors en de kostuums, kortom, het was grotendeels zijn productie.
Van de vele liedjes werden er slechts enkelen bekend, Leen Jongewaard had een meezinger met Lieve Heer doe mij een lol.
En de liedjes Loflied op Dora en Wat kan het anders zijn en Je hebt iets van een Renoir kregen een tweede kans toen Wim Sonneveld ze op de plaat ging zetten.

 Kobie
In 1968 maakte Wim ook een plaatje met Willy Alberti, dat 'Mooi Amsterdam' heette. De heren hadden echter over het hoofd gezien dat er ook iets op de b-kant moest komen. Friso had er na alle noeste arbeid voor De Kleine Parade bijster weinig zin in, maar Wim vond dat onzin.
"Morgen moeten we het hebben," zei hij nog gauw even nonchalant voor hij de deur uitging.
Friso: "En altijd weer dienstbaar begon ik er braaf meteen aan. Waarom? Omdat het mijn eer te na was om het niet te doen, denk ik."

 

 Hugo Verhage
Toen Friso zijn eerste teksten afleverde, had Wim gezegd dat hij een pseudoniem moest gebruiken. Anders zou half Nederland erover vallen dat die ontwerper ook zo nodig moest schrijven. En bij het eerste succes zou de triomfantelijke onthulling volgen.

Maar het was inmiddels al wat jaren later en Hugo Verhage was nog immer de grote onbekende. In het programmaboekje werd Friso tweemaal opgevoerd, eenmaal als zichzelf, de man die de decors en de kostuums voor 'De Kleine Parade' had ontworpen.

 

Friso Wiegersma: Nadat hij voor ongeveer vijftig toneelstukken, opera's, balletten en alle films van Fons Rademakers decors en kostuums had ontworpen, besloot hij zich nog slechts te wijden aan de schilderkunst. Af en toe werkt hij nog voor Wim Sonneveld.

(Boven de foto van Friso stond een silhouet-foto van de mysterieuze 'Hugo Verhage'. )

Hugo Verhage: heeft het verhaal voor 'De Kleine Parade' als musical bedacht en de liedjes geschreven. Hij schreef voor Wim Sonneveld liedjes o.a. Nikkelen Nelis, Gerrit, Ons Dorp, Josefien. Verder weten wij bijna niets van hem. Hij haat publiciteit en wil ook niet gefotografeerd worden. Vandaar deze opname met een verdekt opgestelde camera.

Ja ja.

 

FRANKRIJK
Wim kreeg, bezig met zijn show, weer genoeg van het hectische doch eentonige leven en stelde in een interview met Henk van der Meyden dat hij anders wilde gaan leven. Hij wilde minder optreden en van het leven genieten, waarschijnlijk was dit mede geïnspireerd door het feit dat de vader van Friso in diezelfde tijd overleed. Henk Wiegersma werd op zijn eigen kerkhof te Vlierden begraven, naast zijn vrouw. Zoals hij wilde, waren enkel zijn vier zonen aanwezig.

Wim en Friso verkochten het huis in Roquefort en huurden het huis La Feducia in Vence, terwijl in diezelfde plaats een gloednieuw huis werd neergezet door de architect Ooijevaar.

In 1970 had Friso een tentoonstelling bij Benson Gallery in New York.
John de Crane: "Wim was iemand die altijd alles regelde. Ook voor Friso. Hij was nog maar nauwelijks in New York of hij was al op het consulaat om daar te praten over een tentoonstelling die hij er wilde organiseren met het werk van zijn vriend. Als hij maar iets voor een ander kon doen, was hij in zijn element."

 

In het midden Wim, Ruud Bos en Friso (in Frankrijk)

 

Derde theatershow Wim Sonneveld
Onderwijl waren Wim en Friso al druk bezig met plannen maken voor de derde theatershow. Al vrij snel had Wim in zijn hoofd dat hij Corrie van Gorp erbij wilde hebben, daarnaast wilde hij nog een jonge man hebben, zodat het meer een groepje zou zijn, net als vroeger. Op aanraden van Marjan Berk werd voor Willem Nijholt gekozen, die Wim en Friso al was opgevallen in De Stunt.
Bijna de helft van alle teksten was nu van Friso, nog steeds onder de naam Hugo Verhage.

Dames die niet willen deugen
Een simpel liedje
Lieveling
Ik zou met jou
Carolien
Rob
Ook op zondag
Moeder ik wil bij de revue
Niet goed bij d'r verstand
Dreutels Symfonisch orkest 

En opnieuw maakte Wim Sonneveld nieuwe plannen. Hij wilde heel graag een serieus chansonprogramma brengen en aan de andere kant droomde hij ervan een komische film te produceren. Dat laatste werd Op de Hollandse toer. Ook hiervoor schreef Friso de meeste liedjes (al was de instrumentale muziek van de hand van Ruud Bos.)

Waar benne de bene
Nooit meer stil
Niemand dan wij
Happy Landing (waar Friso voor de verandering de muziek voor schreef en Wim de tekst)

De teleurstelling was groot toen de film door de kritiek zo gekraakt werd. Friso vond het onverdiend, want ook al was de film geen topper, zo slecht als men toen schreef, was hij ook weer niet. Het was een aardige film waar toch wel leuke momenten in zaten. De film wordt overigens momenteel gerestaureerd in het Filmmuseum!

Het laatste liedje dat Friso voor Wim schreef was Niemand Dan Wij. Wim zong het op de achtergrond, terwijl het jonge paartje elkaar vond. Friso vond het eigenlijk meer een lied voor een stel dat al jaren bij elkaar was dan voor een jong paartje.

.... Zolang als het duurt, leg je hand in de mijne...

Maar zolang zou het niet meer duren.

De dood van Wim
Begin maart 1974 vloog Wim naar Nederland omdat hij besprekingen had. Hij zou maar drie dagen wegblijven, dus het had weinig zin om mee te gaan. Friso bleef in Frankrijk werken.
Ineens was er een telefoontje van het toenmalige vriendje van Huub met het bericht dat Wim met een hartaanval in het VU was opgenomen. Spoorslags vloog hij naar Amsterdam, doodsbang dat hij zijn vriend niet meer levend zou zien. logeren, als dank voor alle goede zorgen.
Op 6 maart werd Huub 63 jaar. Er waren familieleden langs gekomen en zij zaten allen rond het bed van Wim. Na een uur ging iedereen weg zodat Wim wat kon rusten.
De volgende morgen belde het ziekenhuis met het bericht dat het slechter ging met Wim. Friso ging meteen naar het VU toe, maar was er onderweg al van overtuigd dat Wim dood zou zijn. En inderdaad was Wim nadat er nog hartmassage was toegepast, gestorven. Friso kon hem niet meer spreken.
Zijn harttoestand was slechter geweest dan men had ingeschat en als hij de tweede aanval had overleefd, had hij verder een heel rustig leven hebben moeten leiden. Dat zou de man vol onrust nooit gekund hebben.
Friso: "Wim stierf zoals hij het wilde, 'in character'."
 

Friso wilde de begrafenis op elf maart klein houden, maar had buiten Wims populariteit gerekend. Massa's mensen waren op de been, Nederland had een belangrijk iemand verloren.
Het leven van Friso stortte totaal in elkaar, want hij verloor niet enkel zijn partner, hij verloor ook een groot deel van zijn werk, terwijl juist daarin normaal troost gezocht wordt.
Gelukkig kwamen er ook helpende handen in zijn richting die de pijn niet konden verjagen maar de tijd iets sneller deden voorbij gaan. Zo vroeg het Toneelmuseum te Amsterdam of Friso een tentoonstelling wilde organiseren, een theaterkostuum-tentoonstelling: Goed in het pak. Dat was zijn redding.

 

Vervolg biografie


Terug naar Wim Sonneveld en Friso Wiegersma