Muziek van Leen Jongewaard

 


 

 

Je bent zo mooi
(H. Bannink / M. Bouhuys)

Kattemenoeltje
(H. Bannink / A. M. G. Schmitt)

Heeft u daarvan terug?
(T. van Verre)

Michèle
(J. de Vries)

'k Heb jouw hand in de mijne
(T. van Verre)

De schuld van het kapitaal
(Kapitalismen) (Per Dich / M. v.d. Plas)

Er is een man tadiere
(H. Bannink / T. van Verre)

Omdat ik je niet kan missen
(L. Davids / M. Morris)

Grote problemen
(T. van Verre)

't Spelletje dat ik 't liefst dee
(H. Bannink / H. Geelen)

Ik sta op het plein
(T. van Verre)

Petrus vraagt niet
(H. Bannink. M. v.d. Plas)

(originele hoestekst)
Leen Jongewaard - Leen Alleen

De titel van Leen Jongewaards eerste langspeelplaat, "Leen-al-leen", is een woordspeling die niet alleen knap gevonden, maar ook helemaal waar is. Het zet een nadrukkelijke streep onder een solistische en veelzijdige tour-de-chant die gewoon niet langer kon uitblijven. Wie Leen Jongewaard als komisch acteur en zanger de laatste jaren in theater en op TV bezig heeft gezien ("Heerlijk duurt het langst", "Ja zuster, nee zuster") heeft zich niet verbaasd over zijn snel toenemende populariteit. De kruidenier Kees Bloem, Gerrit, Opa. Drie innemende creaties van Annie Schmidt, voor Leen Jongewaard geschreven, die deze typen simpel en subliem tot leven bracht

Leen Jongewaard, geboren Amsterdammer (30 maart 1927 in de Rozenstraat), kwam als bijzonder laat nakomertje ter wereld en hij heeft broers die momenteel al op de grootvader-leeftijd zijn. Zijn ouders zijn tamelijk vroeg in zijn jeugd gestorven. "Het was een fijn gezin", memoreert Leen niet zonder nostalgie. De tijd kwam, dat Leen, nauwelijks groter dan zijn generatiegenoot Willy Alberti ("weet je dat ik 'De Dievenwagen' van Willy één van zijn fijnste liedjes vind?"), zich op een degelijk vak diende voor te bereiden. Hij koos de Amsterdamse Grafische School, om daar voor boekbinder te worden opgeleid. Die schoolperiode werd bepalend voor wat hij later kiezen zou: het Cabaret. Hij had er een vriendje, Cor Pisuisse. "We rolden de hele dag uit de bank van het lachen. We begrepen elkaar precies - met Cor en met Adèle Bloemendaal heb ik later mijn eerste Cabaretgroepje opgericht."
Een half jaar boekbinder bij de Wereldbibliotheek te Amsterdam, een half jaar kelner in het Victoria Hotel, vier jaar kantoorbediende, twee jaar jeugdleider in de Jordaan... enkele fasen uit Leens leven die de periode van zijn zoeken naar zelfbevestiging, naar gerichte creativiteit, bepaalden. In 1953 begon zijn zigzagtocht tussen grote en kleine kunst definitief. Het kon niet uitblijven, dat zijn eerste weg naar het toneel via het Cabaret liep: "ten bate van de slachtoffers van de Watersnoodramp in Zeeland, waagden Adèle, Cor en ik de stap. Als jongen van vijftien had ik al Cabaretsketches gedaan - zwaar beïnvloed door Snip en Snap waar ik mij waanzinnig om lachte. Nu werd het ernst met de gein. Wij deden tien voorstellingen; het repertoire schreven wij zelf en wij vertegenwoordigden vooral het toen in de mode zijnde 'Wij zijn...' genre. Vul maar in: iedere groep waar maar tegenaan te trappen viel, want wij wilden natuurlijk de wereld verbeteren en lekker choqueren. Je vindt het genre nog terug in de Provo-meisjes van Jasperina en fMaria Lindes, uit het vorige Lurelei. De laatste voorstelling, die wij in Hypokriterion gaven, werd gezien door de directieleden van Puck (Egbert van Paridon en Cas Baas, op advies van Madelon Waldorp); zij boden mij een engagement aan."
Het talent was erkend en herkend. "Ik was verschrikkelijk gespannen. Wat ik maken moest op het toneel moest helemaal van mijzelf komen. Wat ik opstak kwam van de praktijk: ik woonde bijna in de Schouwburg, waar ik al in korte broek naar toe ging. Wim Kan en de Sonneveldgroepen waren mijn eerste echte grote voorbeelden. Stel je voor: toen ik met Conny Stuart in Annie's Musical ging spelen, was dat een soort mijlpaal. Daar stond ik, naast een koningin van het Cabaret! Niet minder trots ben ik op mijn Gerrit-rol naast Hetty Blok, een vrouw met een onuitputtelijke toneelinventiviteit en een geweldige stem."
De lange rij van jaren, waarin Leen Jongewaard voor "Centrum" (het vroegere Puck) werkte, werden tweemaal drastisch onderbroken: voor Lurelei van Eric Herfst en voor de musical "Heerlijk duurt het langst". De acteur Jongewaard van "Centrum" rijpte tot een volbloed toneelman, die tientallen rollen speelde en bepaald niet neerzag op de kleinere. Na zeven jaar werd hij door Jelle de Vries gevraagd voor Radiocabaret ("Wilde Vaart", "Klatergoud") en het was dat misschien, dat sterk bijdroeg tot het succes dat hij had in de musical "Mensen, hé mensen" van Mies Bouhuys en muziek van Walter Kous, opgevoerd door toneelgroep "Centrum" met Leen in de rol van Lodewijk de Glazenwasser.

Deze LP wijkt af van een stereotiep patroon: geen al grondig beproefd repertoire, ook omdat men dan te veel associaties zou leggen met Leen in zijn beroemd geworden typeringen, maar oorspronkelijke, nieuwe liedjes waarin Leen Jongewaard gewoon Leen Jongewaard is, de cabaretier-acteur die óók een avondvullende tour-de-chant kan brengen. De mensen die de teksten verzorgden behoren tot de beste Nederlandse dichters, die de kunst van de glimlach en de ontwapenende ironie verstaan, soms op basis van tot in het absurde doorgetrokken dagelijkse dingen. Leen Jongewaard leeft reëel in die wereld, kent er elke nuance van en doordrenkt elk woord van zijn voordracht met een melancholieke humor.
Een grote aanwinst van het gelukkig zo uitvoerig op de plaat geregistreerde hedendaagse cabaret is Tonny van Verre's bijna lugubere "'k Heb jouw hand in de mijne", qua idee al een vondst die herinnert aan het realisme van een Guus Vleugel. Van Annie M.G. Schmidt, die niet ontbreken mocht, koos Leen het nog niet eerder op muziek gezette liedje "Kattemenoeltje" uit een van haar kinderboekjes - een versje dat zij zelf tot haar liefste werk rekent. En dan op muziek gezet door Harry Bannink (zonder wie deze plaat niet mogelijk was geweest, zegt Leen), ja, wat wilt u dan nog!


 

*

Nederlandse musical van Seth Gaaikema uit 1978

met Robert Long, Leen Jongewaard, Lex Goudsmit, Nelleke Burg en Sylvia de Leur.

Als u belangstelling heeft voor deze lp/cd, kunt u mij emailen.

Nummers:

De wereld vraagt een meisje - Lex Goudsmit
Onze lieve directeur - Nelleke Burg
Meisjes, dat maak ik wel - Robert Long
Leegte - Robert Long
Swingpop ballet - Robert Long
Sancho Panzo - Sylvia de Leur en Lex Goudsmit
Ik kijk de kat uit de boom - Nelleke Burg
Wie is Guido - Sylvia de Leur en Lex Goudsmit
Een vrouw is nooit je makker - Robert Long
Alles aan een vrouw is te berekenen - Robert Long en Leen Jongewaard
Alleen maar poseren - koor
De Nederlandse kerel kent geen naspel - Nelleke Burg
Als 't waar is - Robert Long
Je hebt geen hart meer - Nelleke Burg
Meisjes, dat maak ik wel - droomballet
Teder - Sylvia de Leur en Lex Goudsmit
Koud in Nederland - Sylvia de Leur, Nelleke Burg en Leen Jongewaard
De kick van het ik - Leen Jongewaard
Ver van de blauwe luchten - Robert Long
De wereld vraagt een meisje - ensemble


 

    1. Leen is alive
    2. Moederziel alleen
    3. Van alles
    4. Jos
    5. Rel, del, del
    6. Als je oud bent
    7. Een W.V.S.G.
    8. Vrij en blij
    9. Die fijne Jordaan
    10. Tolerant

 

(originele hoestekst)

LEEN JONGEWAARD - LEEN IS ALIVE

Op 5 januari 1981 werd de LP "Leen is alive" van Leen Jongewaard in Amsterdam uitgereikt door Simon Carmiggelt. Reden voor ons om een uitgebreid gesprek met de acteur/zanger-cabaretier te hebben. Leen Jongewaard werd in 1980 onderscheiden met de Johan Kaart prijs en vertelt hieronder tal van wetenswaardigheden over zijn nieuwe plaat.
LEEN IS ALIVE:
Interviewer:
Meneer Jongewaard, is de titel van dit lied en dus van Uw LP niet een beetje onzinnig? Ik bedoel, natuurlijk bent U alive, anders zou U dit ook niet hebben kunnen zingen.
Leen J.:
Je moet het zien als een grapje Henk. In Engeland hebben ze die uitdrukking om aan te duiden dat het goed met je gaat, ook al heeft men soms even niks over je gehoord. En dit is mijn eerste solo-LP sinds 10 jaar. Nou ja, "solo", dit stuk wordt natuurlijk ook door anderen gedragen. Saxofoon speelt Albert Beltman; Harry Sibum banjo; Koos Mark doet de toetsen, Peter Schön Synthesizer; Eef Albers speelt gitaar; Wim Essed Basgitaar en Louis Debij slaat op de drums. En dan heb ik het nog niet eens over Wanda Stellaard en Titia Dekker die het koor vormen; om nog maar te zwijgen van M. di Giovanni en de kunstfluiter J.G.B.A. Leverman.

MOEDERZIEL:
Interviewer:
Heeft Robert Long dit lied ook niet op zijn LP 'Homo Sapiens' opgenomen?
Leen J.:
Jazeker, maar dat is geen enkel bezwaar, mijn interpretatie is totaal verschillend van die van Long.
Neem alleen al de begeleiding: Harry Mooten op accordeon en Koos Mark op orgel, dat is alles. En natuurlijk de heren Biersma, Doorn en de Ruyter die het koor vormen. Trouwens, Frank Sinatra zingt toch ook wel eens iets van bijvoorbeeld Neil Diamond?

VAN ALLES:
Interviewer:
Is dit niet een érg hard lied meneer Jongewaard, voor zo 'n precair onderwerp?
Leen J.:
Als je nou weet Henk, dat oorspronkelijk Hildegard dit nummer had zullen zingen onder de duitse titel "Ich hab' noch einen K. in Berlin", dan hoef ik je niets meer te vertellen.
Trouwens, zowel de hele blazerssectie bestaande uit de heren Beltman (fluit), Minnaert (panfluit), Hollander (trompet), Faas(ook trompet), Vulperhorst (bas tuba), Stoel (hoorn), Blochem (trombone) en van Egmond (eveneens trombone), als de strijkers onder leiding van Benny Behr vonden het een schitterend lied. Ook de rythm sectie, dus Albers (gitaar), Essed (bas), Debij (drums) en Mark (toetsen) waren zeer onder de indruk. Ik bedoel maar.

JOS:
Interviewer:
Meneer Jongewaard...
Leen J.:
Zeg maar Leen hoor, Henk...
Interviewer:
Dank U, eh Leen, dit lied klinkt zo, alsof het echt gebeurd is, heb je dit ook echt meegemaakt?
Leen J.:
Daar wil ik liever niet op antwoorden Henk, het enige wat ik je kan vertellen is, dat Koos Mark orgel speelt en Robert Long piano.
Interviewer:
Oké, zand erover.
Leen J.:
Helaas, ja!

REL DEL DEL:
Interviewer:
Maar dit is toch zeker een autobiografisch lied hè Leen?
Leen J.:
Inderdaad, ik krijg ontzettend veel bezoek, want ik heb een enorm uitgebreide familie.
Interviewer:
Én hen je zelf niet ook onder psychiatrische behandeling geweest?
Leen J.:
Ik wil daar liever niet meer over praten, met het opnemen van dit nummer heb ik daar definitief mee afgerekend. Ik heb nog even een kleine inzinking gehad toen de heren Sibum (gitaar), Debij (drums), de Man (basgitaar) en Mark (alle toetsen) begonnen te spelen en zeker toen Peter Schön de sirene liet loeien. Maar toen de heer Beltman de baritonsax blies en Robert Long de voordeurbel liet rinkelen was ik er al bijna overheen. En ook het koor: de dames Stelleart, Dekker en Giovanni hebben mij heel goed opgevangen.

ALS JE OUD BENT:
Interviewer:
Een prachtig nummer Leen en schitterend vertolkt!
Leen J.:
Dank je wel en het leuke is dat de muzikanten allemaal jonge mensen zijn: meneer Stoel die de hoorn speelt is nog jong, gitarist Albers ook, bassist Essed dito, drummer Debij is jong en meneer Mark van de toetsen komt ook net kijken. Leuk hè?

EEN WEZENLLJK VOLWASSEN STUK GESPREK:
Interviewer:
Wel erg veel moeilijke woorden, vind ik.
Leen J.:
Ach, als je de tekst niet begrijpt, kun je altijd nog naar de muziek luisteren, want meneer Mark speelt echt enig op de marimba, op de Fender piano trouwens ook. En je weet inmiddels al dat gitarist Albers, bassist Essed en drummer Debij een hechte basis vormen. Want juist dan komen de stemmen van de dames Stellaard, Dekker en Giovanni optimaal lot hun recht.

VRIJ EN BLIJ:
Interviewer:
Leen, bij dit nummer zou ik toch wel een paar kritische opmerkingen willen plaatsen.
Leen J.:
Ik zou eerst even mijn complimenten willen geven voor de schitterende begeleiding, want zoals de heren Faas en Hollander trompet spelen en de heren Bloemen en van Egmond trombone hoor je toch nog maar zelden. En luister nou eens naar die bas tuba? Typisch meneer Vulperhorst toch? En die hoorn van Stoel! Prachtig hè?
Interviewer:
Jawel, maar ik...
Leen J.:
En hoor je die toetsen? Piano? Eender piano, synthesizer, euphonium? Allemaal Koos Mark! Goed hè?
Interviewer:
Maar ik zou...
Leen J.:
Nee, dat harmonium is Peter Schön.
Interviewer:
Leen, luister nou...
Leen J.:
Ja, dat is de gitaar, Harry Sihum. prima jongen.
Interviewer:
Ik wil...
Leen J.:
Hoor! Stil! De clarinet... ta la tata... schitterend hè? Echt Albert Beltman... wat wou je vragen?
Interviewer:
Nee, laat maar...

JORDAAN:
Interviewer:
Wat klinkt dat authentiek Amsterdams Leen, wie is die andere zanger? Johnny Jordaan?
Leen J.:
Leuk dat je dat denkt, maar het is Robert Long waar ik dit duet mee zing. Coen van Orsouw, de accordeonist en drummer Nico Prins zijn wel Amsterdammers, geloof ik.

TOLERANT:
Interviewer:
Vind je echt dat we niet tolerant genoeg zijn, dat je zo'n vurig pleidooi houdt?
Leen J.:
Ja inderdaad, zoals Kamal pleit voor de walvis en de olifant en Nana Mouskouri voor de bril, zo wil ik graag pleiten voor een betere verstandhouding tussen de mensen. Hoewel de verstandhouding tussen Rob van Stiphout de blazer, Harry Sibum de gitarist, Willem Voorhaar de drummer en toetsenspeler Koos Mark uitstekend is, omdat zij samen de show van Robert Long en mij in de theaters begeleiden.
Ook met Albert Beltman, die op dit nummer de piccolo speelt én altfluit én baritonsax konden zij goed overweg. En ook Wim Essed, de basgitarist werd direkt in de groep opgenomen. En toen de opname van dit laatste nummer allang achter de rug was, hebben de jongens nog uren zitten "jammen" in de studio.
Samen met dat prachtige koor "H.O.V." ("Het Oog Vooruit") van de atheïstische broeder en zustergemeenschap uit Ottermeer. 'n fantastische ervaring!
Interviewer:
Dank je Leen, ik vond dit een heel interessante ontmoeting.
Leen J.:
Ik ook Henk, Danke Schön.
Interviewer:
Danke Schön?
Leen J.:
Ja, sorry, dal komt omdat John Möring, de producer van deze plaat in Duitsland woont. Hij is gewoon Nederlander hoor, maar hij spreekt ook heel goed Duits en zoiets neem je makkelijk over. Dat zie je aan Robert Long. Die heeft al zijn platen met John gemaakt en die heeft zelfs een hele LP in het Duits gemaakt, ik bedoel maar...
Interviewer:
Jaja, dus die John Möring werkt eigenlijk voor de duitse mark, ha ha!
Leen J.:
Nee nee. Koos Mark is een Nederlander. Hij heeft alle arrangementen gemaakt. Gewoon thuis, in Boskoop, waar hij woont dus.
Interviewer:
Okee we laten het hierbij...
Leen J.:
Oh, nou je het zegt "bij"... de techniek werd door André Hooning verzorgd, ook zo'n bezige bij, haha, die alle platen van Long en Möring heeft opgenomen. Dus je ziet, alles heeft met elkaar te maken.
Interviewer:
Jaja, nou tot ziens Leen. Veel succes!
Leen J.:
Oh ja, de hoes werd ontworpen door Jan Fijnheer, die al....
Interviewer:
Tot ziens!


Terug naar Leen Jongewaard biogriafie

Terug naar Wim Sonneveld en Friso Wiegersma