Sonneveld en homoseksualiteit

 


Hoewel Sonneveld geregeld in de publiciteit staat, gaat het altijd over zijn artistieke leven, zelden over de persoonlijke kant daarvan. Toch was Wim Sonneveld een der eerste bekende Nederlanders die homoseksueel was en nooit getrouwd, dit in tegenstelling tot zijn leeftijdsgenoten Leen Jongewaard en Albert Mol die overigens eerst het huwelijk uitprobeerden. Sonneveld koos nimmer voor deze optie.

Toch zou het liegen zijn als er gesteld werd dat zijn homo-zijn bekend was tijdens zijn leven. Ja, in de theaterkringen wist men het, maar het publiek niet of deed alsof. Een beetje zoals men in het huidige Engeland omgaat met politici. Het mag wel, maar je moet er niet over praten. Pas na de dood van Sonneveld werd het geheim publiek, in de kranten stonden de foto's van drie rouwenden, inderdaad de drie die hem het meeste nabij waren, twee mannen en een vrouw, Hubert Janssen, Friso Wiegersma en Conny Stuart.


Dat het pas na de dood van Sonneveld publiek zou worden was in zoverre zijn eigen wens dat hij zijn vrienden altijd had opgedragen om het privéleven verborgen te houden.

Hubert Janssen

Als Sonneveld zestien is, leert hij Hubert Janssen kennen, een journalist, pas uit het klooster getreden, die een amateurvoorstelling bezoekt waar Sonneveld optreedt. Janssen omschreef zichzelf als 'de meest mondaine' van de twee, hij had een 'wuft' sjaaltje om zijn nek, had soms gestifte lippen en deed schoensmeer in zijn haar, "Dan glansde het zo aardig."
Ze gaan samen op vakantie en Sonneveld gaat in Amsterdam wonen waar Janssen ook woont. Samenwonen doen ze zelden, er gaat een verhaal dat ze ooit op staande voet op straat zijn gezet nadat de hospita hen op heterdaad had betrapt. Geen wonder dat ze het nooit over 'wij' hadden, zoals Janssen in zijn boek over Sonneveld vermeldt.

Conny Stuart
In de oorlog gaat Sonneveld bij het prominentencabaret werken, daar komt hij voor het eerst Conny Stuart tegen. Zij vindt hem "een rare dunne jongen met gierend blauwe ogen". In 1943 gingen ze samenwerken in Sonnevelds eigen cabaret en de vriendschap werd zo innig dat velen mensen destijds dachten dat ze getrouwd waren of waren geweest. Sonneveld had daar geen problemen mee, hij was een type voor gezelligheid, hoe meer zielen hoe meer vreugde. Hij nam Stuart ook gerust mee toen hij Janssen in Parijs ging opzoeken met de auto en zijn pas behaalde rijbewijs.

Stuart was zelf getrouwd, eerst met Henri Hofman. "Aan Wim had ik een grote steun, omdat hij mijn artistieke interesses voedde. We gingen veel naar musea en met vakantie. Hofman wilde nooit met vakantie," vertelt ze aan haar biograaf.

Samen in Duitsland 1946 (foto links)

"Mijn huwelijk is door Sonneveld kapot gemaakt," vertelt Hofman in dezelfde biografie, "Hij wist haar te versieren met cadeaus en dozen bonbons. Sonneveld was een bezitter. Hij was de baas en Stuart was zijn eigendom."
Later trouwde ze met Joop Doderer, die ze in Sonneveld cabaret leerde kennen. Conny Stuart: "Sonneveld vond het verschrikkelijk en heeft ons op alle mogelijke manieren proberen te beletten met elkaar te trouwen. Na het huwelijk ontstond er ook een zekere verkoeling, die pas was afgelopen na de scheiding in 1960. Sonneveld was eigenlijk verschrikkelijk jaloers op elke man die mij benaderde."
Doderer: "Ze hadden een verbintenis waar niet tussen te komen was. Door niemand. Sonneveld heeft echt verdriet van onze verhouding gehad. Dat merkte je aan kleine dingen. Maar bij elk probleem zei Conny: laten we het aan Wim vragen. Wim, Wim, Wim, ik werd stapelgek van Wim. Overal waar Conny naar toe ging, moest Wim mee. "Wij kunnen nog zo vaak samen zijn," zei ze, "Maar Wim kan je niet alleen laten."
Volgens Doderer hadden Sonneveld en Stuart een huwelijk. Ze hielden gewoon van elkaar en Conny was altijd de enige voor hem. Sonneveld zei ooit: "Als ik normaal was geweest, had ik me voor Conny laten scheiden."

Rel

In 1947 zou Sonneveld naar Indië gaan en hij wilde per se zijn vriend Janssen meenemen. Om dit te bewerkstelligen moet deze een rol aannemen in het stuk 'Billetje Bulletje Boe' waarin respectievelijk de Verenigde Staten, Engeland en Rusland als stoute jongetjes in matrozenpakjes werden voorgesteld. Bij de eerste proefvoorstelling viel hij echter als acteur door de mand en de Niwin doorzag het complot. Janssen krijgt 'in verband met vermeende homoseksualiteit' geen visum. De tournee gaat vervolgens niet door. De kranten meldden allemaal het nieuws dat er iemand van het Sonneveld-cabaret geweigerd is, maar niemand wist wie het is of met welke reden.
Sonneveld was woedend en spande via een bevriende advocaat een proces aan tegen de Niwin. Hij won en kreeg een schadevergoeding van 10.000 gulden toegekend. De Niwin ging in hoger beroep en daarna zelfs in cassatie bij de Hoge Raad. Pas in 1951 werd de zaak afgesloten, toen dit college de eerste uitspraak onderstreepte. Maar nog altijd wist geen mens waar het precies om ging. Duidelijk een verboden onderwerp.

Friso Wiegersma Door de plotselinge vrije dagen (omdat de tournee niet doorgaat) besloot Sonneveld om naar een abdij in Frankrijk toe te gaan. Daar bekeerde hij zich tot het katholicisme. Janssen werd zijn peter en deze schreef later dat hun verhouding hierdoor "essentieel anders" werd. "Het gaat na zoiets veel meer om een geestelijke verwantschap."

Hoewel dit uiteraard meegespeeld kan hebben, is het echter wel erg toevallig dat Sonneveld in datzelfde jaar Friso Wiegersma (22) leerde kennen. Deze was zeer onder de indruk van Sonneveld en ging acht keer op de eerste rij zitten in het Leidsepleintheater, net zolang tot het opviel en Sonneveld hem een kaartje stuurde via de ouvreuse. Wiegersma ging mee naar huis en mee naar bed. En zo begon de verhouding met Wiegersma, die zichzelf beschrijft als "erg nichterig, met aan elke vinger een ring, en ik droeg roze getailleerde jasjes." Wiegersma zat op de kunstacademie maar ontwikkelde zich veelzijdig als schilder, kostuum- en decorontwerper en schrijver.
Hoewel de relatie met Janssen meer geestelijk was geworden, bleef Sonneveld eerst wel met hem op de Keizersgracht wonen, "zoals een ander een schoonmoeder had," aldus Wiegersma. Of hij daarmee spreekwoordelijk ook zijn eigen irritatie uitte, is niet geheel duidelijk, al had hij waarschijnlijk liever een meer unieke plaats in het leven van zijn vriend ingenomen. Een aanwijzing dat hij Janssen liever kwijt dan rijk was, komt ook naar voren in een van zijn wondermooie teksten die hij voor zijn vriend schreef:

Vanmorgen heeft Janssen een vliegtuig genomen (...)
maar wij kijken hier naar de ruisende bomen
bij mij op de kamer waar niemand kan komen,
niemand dan wij...

Toen Sonneveld zich ging voorstellen aan de ouders van Wiegersma, nam hij Conny Stuart mee, toch ook een wat vreemd initiatief. Het pakte echter goed uit, moeder vond Sonneveld enig, en vader werd ingepakt door Stuart.

Friso en Conny in Parijs

Het drietal werd een viertal. Zo gingen Sonneveld, zijn twee vrienden en Conny Stuart naar Parijs en in 1951 naar Mallorca toe. In 1956 ging hij naar Amerika, de twee vrienden gingen mee, als Stuart geen relatie met Doderer had, zou ze wellicht meegereisd zijn. Ook Albert Mol ging overigens mee naar Amerika. In een van zijn boeken staat een foto van de overtocht; iedereen staat erop, maar Mol maakt geen enkele melding van Janssen. Was hij inderdaad het derde rad aan de wagen, de ballast, de schoonmoeder?

Wim, Friso, Huub en Albert op de boot naar Amerika

Toen Sonneveld een huis in Frankrijk kocht, ging Janssen daar permanent wonen. Hij noemde hun relatie "gesublimeerd" en had diverse korte relaties, maar Wim vergeten kon hij niet.
"Ik kon me niet vrijmaken, maar dat wilde ik waarschijnlijk ook niet."
In diezelfde tijd gingen Sonneveld en Wiegersma, die acht jaar lang zijn eigen woning had aangehouden, eindelijk samenwonen op de Reguliersgracht.

Friso en Wim, afbeeldingen die vroeger onbekend waren.

Homoseksualiteit

Ooit werd er in een recensie over zijn 'merkwaardige' charme gesproken. Sonneveld was in alle staten, omdat hij vreesde dat dit een toespeling op zijn homoseksualiteit was. De betreffende journalist kon jaren geen goed bij hem doen. Was hij werkelijk zo anti-ontdekking? Zo anti-homo? Het is natuurlijk wel de tijd dat er in de Telegraaf de vraag wordt gesteld "Moet het publiek bij cabaretpremières steeds ongezond en onnatuurlijk zijn?"

Toen Willem Nijholt (die meewerkte aan Sonnevelds laatste theatershow) vertelde dat hij contact onderhield met Reve, vond Sonneveld dat interessant, maar ook "eng". Bevreesd voor de openheid van Reve? Voor de media? Albert Mol wist Sonneveld in Antwerpen ooit mee te krijgen naar een tent waar travestieten zaten.
"Sonneveld was een beetje bang voor dat soort dingen, die hield daar eigenlijk niet zo van."
Niet dat travestie hetzelfde is als homoseksualiteit, maar het geeft wel aan dat Sonneveld zich liever verre hield van het extravagante.

Een andere mogelijkheid is dat hij zich gewoon niet wilde vastleggen. "Ik ben alles. Ik ben én hetero én homoseksueel én lesbisch en... ik ben alles... en religieus" zei Sonneveld hier zelf over. (Gecensureerd door Janssen, maakte deze hier in zijn boek het volgende citaat van: 'Omdat ik weet dat ik alles in me heb, alles, alles, alle ellende en alle verdriet en alle vreugde.'
Feit is dat Benno Premsela ooit een poging deed om bij Sonneveld het hoge woord eruit te krijgen, omdat hij zo een belangrijke voortrekker zou kunnen zijn, maar hij slaagde er niet in. Sonneveld: "Ik weet natuurlijk wel dat het publiek gissingen maakt over mijn privé-leven. Dat doen ze dan maar als ze daar zin in hebben. Homoseksualiteit heeft niks, niks met mijn vak te maken. Zou een homo-acteur anders acteren dan een ander, dan zou dat wel een slecht artist zijn."

Aan de andere kant is er het verhaal dat Johnny Jordaan vreselijk moest huilen toen hij 'zijn ware aard' ontdekte en aan Sonneveld vroeg wat hij moest doen. Deze liet hem weten dat ieder mens het recht had om te doen wat hij wilde en dat hij zich niet langer moest schamen of verbergen. Wijze woorden voor iemand die zelf zo geheimzinnig deed. Was het omdat hij ook al niet aan de conventie van één vriend voldeed? Of omdat hij in zijn onzekerheid altijd bezig was om nieuwe mensen te werven? Het is natuurlijk altijd gemakkelijker om goede raad te geven in plaats van deze zelf op te volgen.

Foto links van Ibo en Sonneveld, en foto rechts van Wim, gemaakt door Ibo, zomer 1941

Er zijn altijd verhalen geweest rond de amourettes van Sonneveld. Hij zou in 1941 een zomerliefde gehad hebben met Wim Ibo. Jos Brink beweerde dat Sonneveld hem probeerde te versieren en de beruchtste roddel is dat hij ook bovengenoemde Jordaan ingepalmd zou hebben. Wiegersma heeft nooit beweerd dat Sonneveld en hij elkaar trouw waren, niet qua lust althans, wel in de liefde. Maar de amourette met Jordaan leek hem onwaarschijnlijk, simpelweg omdat hij de smaak van Wim kende. Ook het verhaal van Brink is onwaarschijnlijk.

Doderer stelt dat Sonneveld een lieve man was die een ontstellende behoefte had aan liefde en tederheid. Wiegersma zegt dat Sonneveld niet in de bestendigheid van homorelaties geloofde en dat hij daarom geen afscheid van Janssen durfde te nemen.
Het lijkt erop dat Sonneveld zich niet durfde te binden aan één persoon, niet omdat hij niet in de bestendigheid van homorelaties geloofde, maar simpelweg omdat hij niet in relaties geloofde.
"Niets is fijner dan twee mensen die van elkaar houden. Maar alles is compromis. Aanpassen, nemen zoals het komt, en daar het fijne in zoeken of het ellendige in vinden, zo je wilt. Het is vreselijk iemand te verliezen van wie je houdt en toch moet je daarop voorbereid zijn, want dat is het enige dat we zeker weten."

Toen Sonneveld een kleuter was, stierf zijn moeder. Zit hier de basis van de angst om zich te binden, en de vrees dat de liefde weg zal vallen?
"Als kind voelde ik mij ongelukkig," zegt Sonneveld in een interview, "En dacht ik: later wordt het vast allemaal fijner. En dat denk ik nog."

Inmiddels is Sonneveld alweer vele jaren dood. Op zijn graf liggen nog geregeld bloemen. Na zijn dood zei Janssen dat hij zich niet kon voorstellen dat Wiegersma en hij geen contact meer zouden hebben. Dat liep echter anders. Zonder Sonneveld hadden de twee elkaar weinig te zeggen, ook al waren ze beiden erfgenaam.

In Buitenveldert ligt Sonneveld begraven, tien jaar later volgde Huub Janssen. Op de steen was nog plaats voor een derde naam, maar toen Wiegersma stierf, wilde hij daar niet bij. Hij werd gecremeerd.

Geraadpleegde literatuur:

Plas, Michel van der - Vader en moeder, Jeugdherinneringen van... Uitgeverij Bosch en Keuning, 1987.
Bromet, Joop - Conny Stuart, een theaterleven, Uitgeverij Bruna, Utrecht, 1975
Gelder, Henk van, - Sonneveld, Uitgeverij Quintessence, 1987
Janssen, Hubert - Wim Sonneveld, opnieuw nabij, Uitgeverij De Fontein, 1984.
Reve, Nijholt - Met niks begonnen, Uitgeverij L.J. Veen, 1997
Verre, Tony van - ontmoet Albert Mol, Uitgeverij Unieboek 1979
Artikel van Ischa Meijer in de Haagse Post

   

 

Terug naar Sonneveld en Wiegersma