Wim Sonneveld als Willem PAREL
De persoon Willem Parel is ontstaan op vakantie op Mallorca, waar Wim was met Friso Wiegersma en Conny Stuart. Het werd het pauzenummer van het programma Gastenboek en had veel succes.
Begin 1952 organiseerde de VARA radio een Amsterdamse dag waarbij ze bij Sonneveld dit pauzenummer bestelde. Friso Wiegersma: Opeens stond Wim voor een gewoon huis, tuin en keukenpubliek, en opeens was die Parel een succes. Ze braken zo ongeveer de zaal af. "Het leek me een ideale uitsmijter, wekelijks z'n monoloog als finale. S. stond niet te dringen, hij zei meteen: waar haal ik de teksten vandaan? Maar toen ik Eli Asser (van Mimoza) erbij had gehaald en toen het een succes werd, zag hij er het nut wel van in. Door die Parel werd hij plotseling een nationale figuur en er kwamen veel meer mensen naar zijn cabaretprogramma's. Asser moest naast dertig minuten Mimoza ook tien minuten Parel schrijven, maar heeft voor die uitbreiding nooit een cent gehad. Uit Assers Amsterdamse achtergrond introduceerde hij uitdrukkingen als 'malle eppie' en 'waaaterverf'.
Sonneveld voegde er 'niet op reageren, Lena' aan toe, uit een roman van Johan Fabricius sr. Sonneveld en Asser probeerden de braafheid van de Vara wat te tarten. Parel was de eerste die op de radio het woord rot mocht gebruiken. Hij zei: ik schrok me rot, en dat was voor die tijd een taboe. Elke maandag werd er overal op het werk en bij de koffie over Parel gepraat. Een revue-ondernemer vroeg hem op tournee te gaan met een Parel-revue maar Sonneveld hield zijn radio en theaterwerk strikt gescheiden. Hooguit liet hij vijftig voorstellingen van zijn cabaretprogramma door de VARA uitkopen voor een tournee, die mede in het teken stond van de strijd tegen de commerciële omroep.. Na twee seizoenen besloot Wim zijn radiosucces stop te zetten. In het najaar van 54 introduceerde Sonneveld in de showboat de figuur van oom Wim, een poging, eveneens op tekst van Asser, de orgeldraaier te doen vergeten. Dit werd echter geen nationale figuur. Maar Wim wilde nog een keer Parel van stal halen. Het medium film trok hem wel en met Parel zag hij de mogelijkheid financiers en producenten te vinden voor een filmonderneming. Zijn eerste bezoek gold de producent Rudy Meyer, de enige die min of meer regelmatig bioscoopfilms produceerde. Meyer zag niets in het idee. Vervolgens wendde hij zich tot Paul Kijzer, (van La Mar) die filmverhuurder was, maar niet over een productiebedrijf beschikte. Deze betrok Joop Geesink bij het plan, die in Duivendrecht aan het hoofd stond van een bloeiend bedrijf dat reclame en andere opdrachtsfilms fabriceerde voor het bedrijfsleven. Geesink haalde zijn employee Gerard Rutten erbij, die wegens werkloosheid in het speelfilmbedrijf gedoemd was filmpjes voor Geesink te regisseren. Rutten had, onder meer via 'Sterren stralen overal' bewezen dat hij de tijdgeest van de jaren vijftig authentiek kon verfilmen en tegelijk een breed publiek aansprak. Rutten: "Ik had een enkele maal Parel over de radio gehoord. Het had geen indruk op mij gemaakt en ik had er niet om moeten lachen. Ik sta niet zo open voor volkse lol. Dat is wellicht een gebrek van mij. Ik had Wim wel eens in een van zijn cabaretprogrammas gezien en hem daar gewaardeerd. Maar ik behoorde beslist niet tot zijn bewonderaars en zeker niet tot zijn vrienden. Ik vond hem een goed artiest. Zijn liedjes soms heel mooi en soms te ordinair. Zijn voorstellingen getuigden van zijn goede smaak. Wat moest ik met Parel?" De opzet werd nog verder gecompliceerd door problemen over het auteurschap van de hoofdfiguur. Asser had een oerscript geschreven maar was daarna in onmin geraakt met Kijzer en Rutten. Janssen en Wim namen het scenario verder onder handen, zelfs Prior droeg een enkel idee bij. Via bemiddeling van Geesink kwam ook de romancier en copywriter Max Dendermonde zich er nog mee bemoeien. Rutten liet zich inspireren door het basisidee dat Asser en hij hadden ontleend aan de werkelijkheid: de strijd tussen parel en Sonneveld. Het verhaal begon met de aankondiging dat Parel zou verdwijnen. Daarom kreeg Sonneveld na een voorstelling in het nieuwe de la mar in zijn kleedkamer bezoek van Parel die zich niet zomaar wilde laten afdanken. De rest van de film zou bestaan uit de acties van de orgeldraaier en zijn genootschap. Sonneveld liep rond als de keurige gekwelde cabaretier en Parel had overal het hoogste woord. Hij ging verhaal halen bij het benepen bestuur van een radio-omroep (een treffende parodie op de Varaleiding, en bracht met zijn volkse vrolijkheid opschudding teweeg bij een deftig feestje aan de Apollolaan, symbool van bekaktheid in de jaren vijftig. In samenwerking met Sonneveld werd de rolverdeling bepaald. Hans Kaart, de barokke ontdekking uit Sterren stralen overal' kreeg de tweede hoofdrol. Joop Doderer en Albert Mol speelden op het tweede plan mee. Ook Stuart was gevraagd maar zij voelde er niet veel voor in een riskante filmonderneming te stappen. De rol van de deftige dame uit de Apollolaan werd uiteindelijk gespeeld door Peronne Hosang, een bekende hoorspelactrice. Andere hoorspelsterren als Thom Kelling en Rijk de Gooyer verzorgden de edelfiguratie. En het jonge meisje in de film, de 19 jarige Femke Talma was weer een ontdekking van Rutten. Verder deed Herbert Joeks mee. De kranten reageerden welwillend, enkel in elitaire kringen werd schamper gereageerd.
|
|
|