FRISO WIEGERSMA - biografie 3

 


  

Friso met links Conny Stuart

Na Sonneveld

Naast het verzoek van het toneelmuseum kwamen er ineens mensen naar hem toe die graag wilden dat hij teksten voor hen schreef, iets wat Sonneveld daarvoor liever niet gewild had.
Voor Rients Gratama schreef hij twee liedjes voor diens programma 'Regen op het bloemkoolcorso', namelijk:

De weduwnaar
De zomervakantie

Een derde liedje Doekjes voor het bloeden werd pas veel later uitgevoerd toen Erik Breij het in zijn soloprogramma opnam.

Voor Jasperina de Jong schreef hij een 'vertaling' voor The way we were, hetgeen Alles ging heten. Het zou in 2002 nog door Karin Bloemen gezongen worden. Daarnaast schreef hij Wat jammer nou voor haar, een lied dat later bij Purper bekend zou worden onder de naam Mevrouw van Dam.

Het lachen dat we samen deden
Na enkele maanden schreef Friso een lied over de dood van Wim. Het lachen dat we samen deden. Het werd zijn meest persoonlijke lied.
Friso: "Want lachen deden we, veelvuldig, het was het grootste kenmerk van onze relatie. We hadden altijd zo'n plezier gehad. Wim had altijd een enorme gein. Hij kwam altijd in situaties terecht waar hij gewoon een geinige toestand van maakte. Hij zag bijvoorbeeld altijd vrouwen in de meest vreemde jurken waarom hij dan enorm moest lachen en zoals hij zo'n vrouw typeerde, moest je zelf ook lachen. Hij had echt veel plezier."
Friso wilde zijn verdriet van zich afschrijven en het was de eerste en enige keer dat hij uit zichzelf aan een tekst begon. Op zijn verzoek zong
Willem Nijholt het.

Telkens weer
Onderwijl werd hij benaderd of hij voor de film Rooie Sien een lied wilde schrijven dat de hele film zou symboliseren. Dat werd Telkens weer. Willeke Alberti kreeg de tekst maar met moeite droog over haar lippen, hetgeen gezien haar persoonlijke omstandigheden niet zo verbazingwekkend was. Maar daarvan was Friso totaal niet op de hoogte. Het lied werd voor Willeke overigens haar lijflied en kreeg zo'n populariteit dat Friso soms verzuchtte dat hij wel wat meer had geschreven dan Telkens weer en Het dorp.

Blauwe maandag
Vervolgens kwam Johan Verdoner, de toenmalige directeur van de Amsterdamse Academie voor Kleinkunst, op het idee om Rients Gratama en zijn combo te combineren met acht jonge talenten van de Kleinkunst. Het betrof Selma Susanna, Maria Bijdevaate, Tetske van Ossewaarde, Lia Corvers, Coen van Vrijberghe de Coningh, Mendel de Boer, Koos van der Knaap en Hans van der Woude. Friso werd weer benaderd om teksten te schrijven en werd uitgenodigd voor een etentje bij Verdoner thuis om de plannen te bespreken. Daar ontmoette hij Hans van der Woude, die al langere tijd zijn oog op Friso had laten vallen en nu in zijn zenuwen de juskom over zijn idool heenkieperde. Vanaf die dag was Hans zijn nieuwe partner. Friso droeg een 'mini-musical' bij aan Blauwe Maandag, namelijk Van de doden niets dan goeds, die in de show geïntegreerd werd. Het ging over een man op een kerkhof die zich de familie en vrienden uit zijn jeugd herinnert.

Frans Halsema
 In 1977 stapte Frans Halsema op Friso af. Diens motivatie Friso toe te benaderen had wellicht te maken met zijn ambitie. Hij had eerder bij Lurelei gewerkt en zich daar niet bijster populair gemaakt door te roepen dat hij de nieuwe Wim Sonneveld was.
Maar het klikte met Frans, Friso vond het prettig om voor hem te schrijven en hij maakte drie liedjes voor het programma 'Ik, ik en nog er eens ik'.

Een jaar later schreef hij voor de nieuwe show van Frans Halsema het lied: De sneeuwman, dat losjes op zijn vader gebaseerd was.

 

Andere bezigheden
Hoewel Friso zichzelf voornamelijk als schilder bleef zien en al zijn producten goed kon verkopen, bleven de artiesten om zijn teksten vragen.

In 1977 werd hij opnieuw door Rients benaderd om wat te schrijven voor 'Geen zee te hoog' waaraan opnieuw Hans van der Woude en Jan Simon Minkema, naast Nelleke Burg en Elsje Slats meewerkten. Friso schreef hiervoor drie liedjes:

Voor Marjol Flore schreef hij een vertaling dat resulteerde in haar Lijflied.

Nadat de samenwerking tussen Hans van der Woude en Rients Gratama voorbij was, creëerde hij met Friso Volg jij die serie?, gebaseerd op een idee en script van Friso. Hij maakte er ook een microscopisch decortje bij en Hans schreef samen met Maeve van der Steen de dialogen.

In 1983 werkte Friso, samen Ada Stroeve, aan de catalogus en aan een tentoonstelling voor het Stedelijk Museum in Amsterdam. 'Honderd jaar bekijks' was zijn persoonlijke keuze uit de affiche collectie van het museum. De catalogus kwam in november uit.

Dit werk resulteerde in een opdracht van het Gemeentemuseum Den Haag of hij samen met Benno Premsela de kostuumopstelling van het Nederlands Kostuummuseum wilde samenstellen.

In 1986 kwam Fons Rademakers opnieuw naar Friso toe. Hij was bezig met de film De Aanslag en hoewel Friso er weinig meer voor voelde om het artdirector-schap op zich te nemen, gaf hij wel vele waardevolle adviezen.

In 1990 werd Friso door Rik Felderhof geïnterviewd waarbij hij gevraagd werd waarom hij nog slechts zo zelden teksten schreef. Omdat ze het me niet vragen, was het antwoord. Prompt kwam daar verandering in.

Nadat Hans van der Woude geschitterd had in twee musicals van Annie M.G. Schmidt en zijn eigen musical 'My generation' op de planken had gebracht, werd hij gevraagd om tot Purper toe te treden. Voor Purpers 'en dat is negen..." schreef Friso twee liedjes, het schitterende Vrolijk Kerstfeest en Kwaad.

De oproep om opdrachten werkte echter blijkbaar ook anders. Want Willem Nijholt wilde in 1991 Private Lifes op de planken brengen en wilde daarvoor graag Friso als decor- en kostuumontwerper op de affiches. Deze liet zich als een vriendendienst door Nijholt vermurwen om mee te doen, 'omdat hij de Noel Coward-sfeer zo goed aanvoelde'.

Voor het tiende programma van Purper leverde Friso: 

Voor het elfde programma , waar Hans vervangen was door Eric Corton, werd 'Alles'gebruikt. Het jaar daarop ging Erik Breij op de solotoer en hij bracht Mevrouw van Dam, Doekjes voor het bloeden en Oud Papier, de nieuwe titel van de oude tekst 'Foto's'.

In 1999 werd Friso benaderd of hij wilde meewerken aan een nieuwe uitgave van Sonnevelds liedjes. Het werd een box met drie cd's, "Voor Altijd" geheten, waarvoor Friso de hoes ontwierp. Het werd een zwaar jaar voor Friso, want het feit dat Wim 25 jaar dood was ging niet ongemerkt aan de media voorbij. Friso had in die jaren een ander leven opgebouwd, maar was ineens weer 'de weduwe' van Sonneveld, alsof hij sindsdien geen ander leven had opgebouwd.

 

Friso, Annemarie Oster en Hans van der Woude bij het Gala van het Nederlandse lied, dat in teken stond van Wim Sonneveld.

Onderwijl was hij hard bezig om een idee van Hans van der Woude tot leven te brengen, al zijn teksten in boekvorm, met daarbij een verklaring over de totstandkoming van het lied. Het boek zou een maand na zijn 75e verjaardag uitkomen, in augustus kwam de eerste publiciteit, doch daarbij werd regelmatig naar Wim Sonneveld verwezen, alsof het zíjn werk was dat geboekstaafd werd.

 

 

Vervolg biografie (na 2000 en het laatste nieuws)


Terug naar Wim Sonneveld en Friso Wiegersma